Zoals ik jullie al verklapt had in mijn vorige blogbericht, ben ik dinsdag naar Monserrat getrokken. Het duurde in totaal anderhalf uur om er te geraken (€19 voor treinticket), maar het was de moeite. De Catalanen zijn heel trots op deze berg, vertelde Cristina me. De hoogste piek bevindt zich op 1236m hoogte. Op de berg staat ook een basiliek met een veelbezocht Mariabeeld, meer bepaald in de Santa Cova. Jaarlijks trekken duizenden pelgrims en toeristen naar deze plek om het Mariabeeld te zien. Deze Maria wordt als beschermvrouwe van Catalonië gezien, omdat ze buitengedreven Catalanen beschermde tot vlak voor Catalonië onafhankelijk werd.
Nu, dat Mariabeeld interesseert mij natuurlijk niet zo. Het dorpje op zich was heel rustig met een aangename sfeer. Op twee uur had ik alles gezien. Ik heb vooral genoten van de uitzichten vanop de berg, het rondwandelen in de weinige kleine straatjes van het dorp en het bestuderen van de vreemde vormen van de bergtoppen.



Dinsdagavond heb ik niets speciaals meer gedaan.
Woensdag wilde ik eindelijk eens de Sagrada Familia vanbinnen gaan bezichten. De vorige keer dat ik hier was had ik geen behoefte om de binnenkant te zien omdat ik al elke dag de buitenkant zag (i.e. toen ik bij Esther woonde). Maar nu had ik er dus mijn zinnen op gezet. Ik wilde vroeg gaan, maar omdat ik weer laat was gaan slapen de dag ervoor, geraakte ik niet op tijd mijn bed uit. Om 11u kwam ik uit de metro en kwam uit op een verschrikkelijk lange rij, voornamelijk in de blakke zon. Ik heb enkele toertjes rond de kerk gewandeld in de hoop me te kunnen aansluiten bij een schoolgroep of iets dergelijks, maar de lessen zijn pas of nog niet begonnen, dus dat bleek geen optie te zijn. Uiteindelijk ben ik dan maar weer naar huis gegaan en heb besloten om het in oktober nog eens te proberen.
In de namiddag ben ik naar het park hier in de wijk gegaan om een looproute uit te stippelen. Zoals je ondertussen al weet, woon ik hier op het begin van de berg Tibidabo. De weg alleen al ernaartoe was zwaar, zeker met deze temperaturen.

Eenmaal boven, zag ik dat het allemaal veel makkelijker had gekund. Eigenlijk had ik het moeten weten, want in Barcelona zijn roltrappen talrijk aanwezig…Tot nu toe heb ik echter nog nooit spijt gehad van de lange en/of zware omwegen die ik mezelf heb aangedaan, want telkens werd ik beloond. Deze keer was het cadeau een prachtig uitzicht over Barcelona en de Middelandse Zee…

Ik had kunnen verwachten dat er geen gras was. Waar in Spanje heb je gras? Op niet veel plaatsen in ieder geval. En gras én vlaktes heb je al zeker niet op een berg! Dus heb ik me met mijn strandhanddoek op een bankje geïnstalleerd. Het was er heel rustig. Het park heeft aparte ‘compartimentjes’ met banken, zodat voorbijgangers (joggers, skateboarders, honden en hun baasjes) je niet kunnen storen. Ik had veel last van vliegen, maar de twaalf muggenbeten ontdekte ik pas de volgende dag…
’s Avonds ben ik naar een couchsurfmeeting gegaan die elke woensdag in de Palau del Mar in de wijk Barceloneta wordt gehouden. De bedoeling was dat je er mensen kon ontmoeten die host zijn of zelf surfen om al converserend hun taal te oefenen. Bijvoorbeeld, als ik mijn Russisch wilde oefenen, had ik met een Rus kunnen spreken. Als iemand Nederlands wilde oefenen, konden ze naar mij toe komen. Uiteindelijk heb ik aan deze language exchange niet meegedaan, omdat ik wat later was. Cristina had al een uur eerder het eten klaargemaakt op mijn vraag, dus was ik om 21u op de meeting die om 20u begon. Ik heb dan wat met andere laatkomers gesproken: een koppel bestaande uit een Deense IT’er met Libanese roots en zijn Mexicaanse vriendin die Geschiedenis studeert en die nu allebei al enkele jaren in Barcelona wonen. Daarna kwam Annalisa erbij, een 30-jarige Italiaanse die reeds 6 jaar in Barcelona woont en werkt. Wat een geweldige vrouw is zij! Ik kon het vanaf haar eerste vraag goed met haar vinden: Does anyone of you watch True Blood? Ik had net een aflevering gekeken voor ik vertrok naar de meeting, dus ons gesprek kon meteen van start gaan. De rest van de avond bijna alleen nog maar met haar gepraat en de mensen die ze aan me voorstelde. Het was heel leuk!
Het terug naar huis geraken was andere koek. Ik vertrok samen met Annalisa van het feestje om iets na half twaalf om de laatste metro nog te halen. Ik moest drie verschillende lijnen nemen om thuis te geraken en tegen dat ik aan mijn laatste overstap was, was het vijf na twaalf en sloot de metro. Probleem! Nee toch niet, hoor. Want er bestaat in Barcelona zoiets als een nachtbus, de Nitbus in het Catalaans. Die rijdt enkele trajecten de hele nacht lang. Cristina had me een keer uitgelegd welke bus ik overdag moest nemen en welke ’s nachts, maar veel moeite om dat te onthouden deed ik niet, want ik ben al niet zo goed in de bus pakken en in Barcelona weet ik al zeker niet hoe-wat-en-waar. Ik was helemaal niet van plan om ooit de bus te nemen. Nu had ik echter geen andere keus (want ik wilde niet de taxi nemen). Ik heb zeker drie toertjes rond de Plaça Catalunya gelopen voor ik iemand vond die me kon zeggen waar de N5 vertrok. Ondertussen had ik immers ontdekt dat ik de N5 moest nemen, dankzij een app die Xarli (de Catalaanse versie van Charlie) – iemand die ik op de CS meeting heb ontmoet – me had aangeraden. Heeft die meeting toch nog voor iets nuttigs gezorgd! Hoe dan ook, de heenweg had een half uur geduurd, de terugweg drie keer zolang. Ergens na één uur was ik thuis en kon ik gaan slapen.
De volgende dag – voor wie niet meer kan volgen, dat is donderdag – wilde ik naar Sitges, een kuststadje 20 of 30km buiten Barcelona dat me al vaak en veel is aangeraden. De enige die er iets ‘negatiefs’ op aan te merken had, was Xarli, die me waarschuwde dat er heel veel homo’s rondlopen. In ieder geval, ik had instructies gevonden op het internet over hoe er te geraken en uurregelingen van de trein. Om 11u was ik alweer op pad. Ik moest naar het metrostation van Passeig de Gracia en volgens de instructies dan de C2-trein nemen, wat ik al raar vond. Deze trein bestond dus helemaal niet!! Er was ook niemand om hulp aan te vragen, dus wilde ik naar een ander station waarvan ik wist dat er ook een trein richting Sitges vertrekt. Stapte ik toch wel in de verkeerde metro zeker… In Parijs heb ik dat twee keer voorgehad, maar in Londen en Barcelona nog nooit. Volgens mij komt dat omdat ik best wel moe ben, wat deels mijn eigen schuld is. Ik ga laat slapen, ben vroeg wakker (omdat Cristina vroeg wakker is in de kamer naast mij), ik ben continu onderweg, het is heel de tijd warm (ook ’s nachts) en gewoon het alleen in een ander land zijn is ook zwaar. Logisch dat er eens iets mis loopt. Maar ik maakte me niet druk. Het was intussen te laat geworden om nog naar Sitges te gaan, want de laatste trein terug richting Barcelona was al rond 16.30u. Goed, de uitstap naar Sitges is verplaatst naar volgende week. In het weekend is het er te druk en bovendien geven ze regen en onweer dit weekend. Dan kan ik beter thuisblijven en eens aan mijn bachelorproef beginnen. In de plaats ben ik opnieuw naar Bogatell gegaan en ben daar gebleven tot ik op het nippertje van verbrand was. Ja, ik heb mij wel ingesmeerd, mama. Daarna weer naar huis gegaan.


Bogatell
Ik moet wel bekennen dat ik sinds mama vertrokken is geen Starbucks meer gaan halen ben. Tot vandaag. Mijn favoriete drankje dat ik heb leren kennen tijdens mijn studentenjob in de Starbucks in de luchthaven kost hier maar liefst anderhalve euro minder en ik had zo’n dorst en zin!

Vlak voor ik ’s morgens vertrok, is op hetzelfde moment mijn eerste gastzus gearriveerd. Ze heet Angelica, is van Virginia en is een klein zwart meisje dat hier een bussiness program volgt tot vlak voor de kerstvakantie. Mijn andere gastzus – ben haar naam vergeten te vragen – is van Arkansas en zit bij Angelica in de klas. Blijkbaar moeten ze verplicht een jaar abroad voor hun studie en Spanje bleek voor hen beiden het meest interessant (na Australië, maar dat was te duur). ‘De andere gastzus’ is heel Amerikaans qua uiterlijk, qua gedrag… Je zal je er wel iets bij kunnen voorstellen. Zij spreekt en verstaat niks van Spaans; een beetje zoals ik dus toen ik hier twee jaar geleden aankwam. Angelica verstaat wel wat ze bedoelen in het Spaans, maar vindt het moeilijk om antwoord te geven. Ik vergelijking met hen ben ik momenteel een vergevorderde. Ze waren beiden heel moe natuurlijk van hun lange reis en zijn na het avondeten meteen gaan slapen. Ik heb nog wat aan mijn blog gewerkt, zodat ik hem nu kon posten.
* Hier kan je het liedje luisteren met het vers dat me heeft geïnspireerd tot de titel van dit blogbericht. Ubarri heeft ons dit vorig jaar in de les laten horen en deze zin is eentje dat me is bijgebleven: Caminante no hay camino, se hace camino al andar. Het is moeilijk om dit letterlijk te vertalen en tegelijk de volledige betekenis in de vertaling te omvatten. Al wandelend, is er geen weg. Je maakt de weg door hem te wandelen. Met andere woorden, er is pas een pad omdat jij het gemaakt hebt; net zoals er pas een voetspoor in het zand achterblijft als je er gewandeld hebt, zo ontstaat er een pad. Zo zie ik mijn verblijf hier ook: er zal niks gebeuren, totdat ik in gang schiet en eraan begin. Ja, ik zal misschien veel moeten wandelen – en waarschijnlijk ook een keer de weg moeten zoeken of zelfs terugkeren – maar uiteindelijk zal het het allemaal waard zijn en niet voor niets zijn gebleken.

Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...