De bergen en dalen van kashmir in noord-india
Wist je dat Kashmir blijkbaar dé locatie is die je moet gezien hebben als je naar India gaat? En wist je dat het eveneens een van de minst populaire locaties is bij niet-Indische toeristen? (Oh, en wist je dat de mooiste Indische mannen en vrouwen hier geboren worden?)
Ik: Als er één plek is die ik absoluut gezien moet hebben als ik met mijn papa op reis ga, waar stuur je me dan heen?
Indiërs: Kashmir. You have to go to Kashmir. It is the most beautiful place in India.
Zeker een keer of vijf had ik ditzelfde gesprek met Indische vrienden met verschillende persoonlijkheden en interesses om toch maar een objectieve mening te kunnen vormen. Dus, zei ik tegen mijn vader, er is niks aan te doen: we moeten naar Kashmir.
Ook de dag dat ik deze blogpost schrijf, blijken alweer vijf mensen gestorven in de eeuwige strijd om Kashmir. India en Pakistan claimen het territorium allebei, terwijl Kashmir zelf eigenlijk niets liever wil dan vrij en onafhankelijk zijn. Volgens The Guardian zijn er al 68.000 burgers omgekomen sinds de rebellen zich begonnen te verzetten tegen het Indische regime in 1989.
Nu, ik wist wel dat Kashmir “undisputed land” werd genoemd, maar niemand had me gezegd dat het onveilig was om er naar toe te gaan. Ik heb foto’s gezien, verhalen gehoord en dergelijke. Dus ik was eigenlijk best enthousiast om naar een relatief “off the beaten track” deel van India te gaan.
Maar de problemen begonnen al bij het boeken van vliegtuigtickets naar Srinagar, de hoofdstad van de Indische staat. Om de een of andere reden moesten we twee afzonderlijke vluchten boeken. Dat betekent dat we bij onze tussenstop in Delhi onze bagage moesten ophalen en dan opnieuw inchecken voor de connecterende vlucht naar Srinagar. Dus moesten we ook twee keer overgewicht betalen, want onze valiezen wogen meer dan het in India standaard toegestane gewicht van 15kg. Er waren nog wat meer problemen, maar die zal ik je besparen.
De vlucht naar Srinagar was wel echt de moeite. We vlogen over kanariegele mosterdbloemvelden en de besneeuwde bergtoppen van de Himalaya. Alvast een veelbelovend voorsmaakje van de uitzichten die ons nog voorgeschoteld zouden worden.
Toen we op de luchthaven kwamen, viel het vredige gevoel vrijwel meteen van me af. Het veilige gevoel dat ik altijd en overal heb, verdween als sneeuw voor de zon. Overal militairen. Overal prikkeldraad en tanks. Verschillende keren ons paspoort laten zien, contactgegevens van onze tourguide voorleggen, de plaatsen en adressen doorgeven van alle plaatsen die we zouden bezoeken en uitleggen wat we in Kashmir kwamen uitspoken… Is dit het mooie Srinagar dat mij beloofd was?
Onze driver stond ons al op te wachten aan de luchthaven. Hij is een vriend van een klasgenoot van mij. Een van de eerste dingen die ik vroeg was een simkaart, want in Kashmir kan je alleen een sim van Kashmir gebruiken. Dat is een gevolg van de decennia-durende “burgeroorlog” die er heerst. Na wat miserie en “Indian complexity” slaagde ik er dan toch in een sim kaart te bemachtigen. Want eerlijk is eerlijk, contact met de buitenwereld doet je je toch wel een beetje meer op je gemak voelen…
De driver voerde ons langs bossige wegen, onder een grijs wolkendek, naar Dal Lake. We passeerden nog meer army posts, tanks en gewapende soldaten die verspreid langs de baan en nabij de grauwe, houten huisjes stonden te patrouilleren.
De eerste twee nachten zouden we doorbrengen op het meer – volgens het originele plan. Maar de driver stelde voor om de volgende dag al naar Gulmarg te gaan, waar je de hoogste stoeltjeslift naar een bergtop kan nemen. Toen we aankwamen op onze houseboat stond het voor mijn papa echter al vast: hij wou hier weg.
Maar als ik één ding had geleerd tijdens mijn tijd in India, was het dat je alles niet twee, maar zelfs meer kansen moet geven om het echt te leren appreciëren. Dus we sloten een deal. We zouden vandaag met de driver Srinagar verkennen en nog één andere plek. Ik stelde Pahalgam voor en dat zou het uiteindelijk ook worden. Als het dan nog steeds zo tegenviel, dan mochten we van mij naar andere oorden verkassen.
Kashmir wordt door de Indiërs ook wel het Zwitserland van India genoemd. Dat is wel een beetje oppervlakkig gezien vanuit Europees perspectief, maar ik kan het wel begrijpen. Het is koud, héél koud, het regent, het is bewolkt, het is groen en bergachtig, er ligt sneeuw en er zijn wondermooie vergezichten. Maar de chalets in Kashmir kom je nooit tegen in Zwitserland. En al die militairen? In neutraal Zwitserland? Misschien toch niet.
Met al mijn zomerkleren van in Bhubaneswar – waar het nooit kouder was dan 25°C en waar het gemiddeld 33°C was tijdens mijn studieperiode daar – was ik natuurlijk niet helemaal gekleed op het Kashmiri weer. ’s Avonds was het rond het vriespunt en tijdens overdag voelde het als een erg frisse herfstdag.
Dal Lake is wel heel mooi. En het bootritje in de shikara naar de huisboot was de eerste twee keer ook wel de moeite. Al was het natuurlijk wel heel koud en zeker als het miezerde. We bezochten enkele parken met ge-wel-di-ge uitzichten en werden aangenaam verrast door een enorm tulpenveld midden in de bergen. Ik heb zelfs in Nederland nog nooit een tulpenweide gezien!
De avond brachten we door onder onze elektrische dekentjes.
De volgende dag begon al op een niet zo positieve noot. De eigenaars van de huisboot rekenden ons te veel aan, de bestuurder van ons gondelbootje stuurde ons tegen onze wil in de floating market in (en die marktkramers lieten ons niet zo maar gaan) en toen we aanmeerden moesten we bijna een uur in de regen wachten op onze driver die niet van zich liet horen. Bovendien probeerden ze ons ook nog een bootritje aan te smeren voor het driedubbele van de prijs en we wilden niet eens een bootrit maken in zulk koud, nat weer.
Na enkele uren gediscussieer – op z’n Indisch – konden we dan eindelijk aan de trip naar Pahalgam beginnen. Op een rustig tempo reden we langs de mosterdbloem velden met de Himalayas bergtoppen op de achtergrond. We proefden kawa, een fluogeel warm drankje op basis van saffraan. Wist je trouwens dat zowat alle saffraan uit Kashmir komt? (Net als Indische cricket bats trouwens!)
Toen we aankwamen in Pahalgam was het zo mogelijk nog kouder. Eerst gingen we, in de gietende regen, op zoek naar een hotel. Maar of het nu kwam omdat het toeristisch Pahalgam was of omdat we Europeanen waren – het was er allemaal nogal duur. De enige reden waarom we naar Pahalgam gegaan waren, was zodat we de paardenrit in de bergen zouden kunnen doen die zo populair is en sterk wordt aangeraden. Maar in dit weer? No way. Een longontsteking was het me nu ook niet waard. Bovendien deed het koude weer mijn zieke vader geen goed.
Na enkele uren zoeken naar een hotel, besloten mijn vader en ik dat Kashmir misschien toch niets voor ons was. We snapten wel waarom de Indiërs ons hier naartoe gestuurd hadden – bovendien zouden we ons toch goed voelen in het klimaat dat we thuis gewoon zijn, niet waar?
Vertellen tegen de driver dat we de volgende dag naar andere oorden zouden vliegen was niet makkelijk. Hij was natuurlijk niet zo blij, hoewel ik hem probeerde duidelijk te maken dat het niet zijn fout was. We waren gewoon niet gelukkig in “het Zwitserland van India”.
Srinagar buiten geraken was nog moeilijker dan binnen geraken. Toen we de luchthaven naderden, moest al onze bagage al een eerste keer door de scanner en wij door de metaaldetector terwijl de auto binnenstebuiten werd gekeerd. Daarna werden onze spullen, paspoort en vliegtuigtickets minstens zeven keer gecheckt. Ook moesten we op de startbaan nog eens onze koffers gaan aanwijzen om te bewijzen dat ze bij ons hoorden.
Terwijl ik wachtte tot mijn papa’s elektronica gecheckt was door het luchthavenpersoneel en er bewezen was dat zijn toestellen geen bommen waren, had ik nog een interessant gesprek met een van die knappe Kashmir boys waar iedereen het altijd over heeft. Blij dat ik die toch ook nog had mogen zien!
Wist je trouwens dat je alleen maar in Kashmir kan wonen als je er geboren bent of met een Kashmiri inwoner trouwt? De schoonheid van de populatie blijft daarom ook redelijk beperkt tot deze regio, inclusief de typische blauwe ogen. Maar de mooiste vrouwen van India heb ik jammer genoeg niet te zien gekregen, want zij zitten verborgen onder hun boerka’s. Kashmir is namelijk 90% door moslims vertegenwoordigd.
Dit is niet het meest positieve verslag dat ik ooit heb geschreven, maar dit is slechts mijn perspectief en mijn mening. Ik schrijf alleen de waarheid, want waarom zou ik anders zelfs met deze blog begonnen zijn…
Ik zou zeker niet zeggen dat ik nooit terug zou gaan naar Kashmir. Maar ik zou wel wachten tot een moment dat het wat beter weer is. En blijkbaar is het soms echt wel Belgisch zomerweer! Dan kan je watersporten op het Dal meer bijvoorbeeld en dan zijn de paardentochten in Pahalgam wél doenbaar. Ook zou ik waarschijnlijk een Indische reisgenoot willen meenemen. Het heeft me tijdens het reizen in India wel vaker geholpen om me door het enthousiasme van mijn Indische reisgezel te laten beïnvloeden.
Hou je van natuur en schrikt de kou en regen je niet af? Dan kan je Kashmir alsnog een kans geven. Check eerst de veiligheidsboodschappen voor je vertrekt, want je wilt natuurlijk niet midden in een schietgevecht terecht komen. Proef ook eens het fruit dat er geteeld wordt, want volgens de Indiërs komt het beste, sappigste fruit van Kashmir. Daar heb ik jammer genoeg niet de kans voor gekregen.
Oorspronkelijk gepubliceerd op 29/8/16 | Laatst geüpdatet op 30/1/24